1. Afscheidsbrief aan zijn ouders, broers en vrienden
Bron: Originele brief overgeschreven door Vader Rondaan
Maandag 14 Febr. 1944
Geliefde Ouders en broers en vrienden
Het is na lange tijd mogelijk om eens wat van mij te laten horen. Vandaag zijn we veroordeeld door het “Standgerecht” en voor mij betekent dit de doodstraf, als God het niet verhoed. In geval het vonnis voltrokken mocht worden, ben ik er van overtuigd dat God jullie allen de kracht zal schenken om zich bij Zijn wil neer te leggen. Het is mijn bede dat Hij jullie allen met zegen nabij mag zijn, en dat dit alles mag dienen tot loutering van jullie geloof. Wat mij zelf betreft kan ik nog het volgende vertellen. Mijn gevangenschap is tot rijken zegen geweest, wat mijn geloofsleven aangaat. ‘k Heb mogen ervaren wat het betekent, dat Moeder me nog nageroepen heeft, dat God met me ging. Mijn gevangenschap heb ik mogen delen met Westra, we hebben veel steun aan elkaar gehad en gezien de omstandigheden waarin we verkeerden is de gevangenschap ons ligt gevallen. Ik kan dan ook alleen zeggen, dat God me wonderbaarlijk nabij is geweest, ook mocht ik geregeld de Bijbel lezen. Na dat dan tenslotte het vonnis over mij geveld is, en dit alleen nog bekrachtigd moet worden, nu geef ik mij over in Gods hand wetende dat Hij de beschikkingen in Zijn Vaderhand houdt en dat geen mens daar iets aan af of toe kan doen. Voor mij zal de dood een doorgang zijn in Zijn Eeuwige heerlijkheid betekend. Geen mens ter wereld kan me dit ontnemen. Het eenige wat ik nog wens is dan ook dat mijn dood een Evangelie prediking mag zijn voor allen die mij gekend hebben, inzonderheid voor mijn broers Piet, Jan, Jelle en Evert. ‘k Heb hier geleerd welk een voorrecht het is om geloovige Ouders te mogen hebben. Bij deze dank ik Vader en Moeder voor al de zorgen die ze aan mij besteed hebben, God zegene jullie en behoede jullie. Ik weet dat jullie me alles wat ik misdeed tegenover jullie, mij vergeven hebben, gelijk ook God in Jezus Christus alle mijne zonden weg genomen heeft. Ook ik vergeef allen die mij iets misdeden. In mijn hart is geen bitterheid tegen mijn vijanden. Ik bid nu alleen nog of God me kracht wil schenken om los te worden van al de banden, die mij nog aan dit aardsche leven binden. Meer heb ik niet over mijzelf te zeggen. Wat God doet is welgedaan. Nog laatste harte groet van jullie oudste zoon en broeder en vriend Lolle. Groet ook Pake en Beppe en al de familieleden. Ook ga ik nu Riek nog schrijven en daarmee is naar de mens gesproken mijn levenstaak volbracht. (hier enige woorden doorgehaald) die God zij met jullie allen. Ps. 4 – 23 – 34 – 46 – 91 – 118.
Dan volgen nog een paar zakelijke mededeelingen.
Geschreven door Vader Rondaan. Wij hopen van harte Riek dat het schrijven van Lolle aan ons en jou bewaarheid mag worden. Veel groeten van fam Rondaan.
2. Afscheidsbrief aan zijn verloofde Riek Stork
Bron: originele brief Lolle + overgeschreven versie door Riek
p1.
Mijn lieveling.
Nooit had ik verwacht dat ik onder deze omstandig-
heden nog eens een brief aan je zou schrijven, en dat nog
wel, als God het niet verhoed een laatste brief, een afscheids
brief. Ik kan me indenken dat je deze laatste maanden
in angst en vreezen geleefd hebt, tusschen hoop en vrees.
Dit is het deel van velen in onze onrustige tijden en wij moeten
hier Gods hand in zien anders lopen we zo vast als een
muur. Wij hebben gedacht, samen hebben we plannen gemaakt
voor de toekomst, doch de mensch wikt maar God beschikt.
En ook vaak hebben we gedacht dat God het niet buiten ons kon
stellen, dat Hij ins eigenlijk nodig had, en dan komt daar plot-
seling het moment dat God je zo midden in het volle leven
wegneemt en je in je eigen waan eens flink op nummer zet.
In deze laatste brief mijn liefst wil ik je nog eens danken
voor je grote liefde die je thans zoolang gehad hebt. Deze
liefde is voor mij steeds als een Gods geschenk geweest en zal
dat ook altijd blijven. Wat het leven jouw verder brengen zal
dat weten we niet, de laatste maanden zijn moeilijk en zwaar
geweest. Vader stierf en ik werd gevangen genomen en ben nu
Maandag 14 Febr 1944 ter dood veroordeeld. Maar toch is dit
alles geen reden om te wanhopen. Weet men kind dat dit
alles zo moet geschieden naar Gods Heilige Wil. Ik bid dan
ook dat Hij je de kracht wil schenken om je aan die Wil te onderwer
pen. Zoek in je smart troost bij Hem, Hij die in Jezus Christus
je altijd wil horen, Hij verlaat je nooit hoe hoog de nood ook
mag gaan. Alles kan je ontvallen maar dat moet mijn
schat, houdt dat vast, of liever bid God of Hij je vast wil
houden of Hij je Zijn wegen wil leren. De wetenschap
dat mijn leven in Gods Hand is en dat ik mij het eigen-
dom van Jezus Christus mag weten is mij in mijn gevangen-
schap tot rijken troost geweest.
p2.
En nu ik op de drempel sta van leven en dood mag ik ook de ge-
nade ontvangen om blijmoedig deze aarde te verlaten, weten-
de dat ik mag ingaan in de heerlijkheid die er is voor het
kind van God. Laat dit je ook mede tot troost zijn in
je verder leven mijn schat. Verlies de moed niet maar
met opgericht hoofd verder. [------ doorhaling censuur-----
-----] Vier jaar hebben we elkaar gekend
en die vier jaar is er heel wat gebeurd, in al die jaren
hebben we elkaar tot rijken steun en zegen mogen wezen.
Ook hebben we gezondigd in die jaren, God heeft echter
die zonden weggenomen in het bloed van Jezus Christus.
Ook ik vergeef allen die me iets hebben misdreven ook mijn
vijanden heb ik vergeven. En jij mag ook geen haat of wrok
tegen hen koesteren, het is onze plicht als Christenen om
voor onze vijanden te bidden. Dat is niet gemakkelijk maar
ook daartoe schenkt God ons de kracht. Veel heb ik niet
meer te vertellen. Het is vrede met me, God heeft alles wel
gemaakt. En ik weet dat Hij ook jouw op je levenspad na-
bij zal zijn. Mijn lieveling nog eenmaal omhels ik je in
gedachten, wetend at we eens in heerlijkheid samen
zullen juichen voor Gods troon. Gekust door je jongen die
je steeds oprecht heeft lief gehad. Weest Gode bevolen.
Geliefde Moeder, broers en zusters en vrienden.
Ook aan jullie allen nog een kort woord van dank
voor al het goede dat ik jullie midden mocht genieten.
God zegene jullie. Treur niet over mij want ik krijg het
beter dan ik het hier ooit zou kunnen krijgen.
Dat God jullie allen de kracht moge schenken om onder
worpen te blijven aan Zijn Wil. Wat God doet is wel-
gedaan. Eens zullen we juichen voor Zijn troon.
Neemt goed en bloed ons af. Het brengt u geen gewin en wij gaan ten
hemel in en erven Koninkrijken. Lolle Ps4 – Ps23, 34 – 46 – 91 - 118