Nadat de onderduiker en deserteur uit het Duitse leger, Franciscus Hendrikus Adrianus "Frans" Michon (geb. 13-06-1924, Nijmegen), schuilnaam 'Frans Mulder', op zondag 14 november 1943 van Rients Bruinsma (leider KP Sexbierum) te horen krijgt dat hij niet langer kan blijven en terug naar huis moet, vertrekt hij de volgende dag naar zijn familie te Heemstede.
Omdat hij ook daar niet terecht kan, reist hij naar Amsterdam. Via de eigenaar van het hotel waar hij verblijft, belandt hij in handen van de Sicherheits Dienst (SD) en begint te vertellen wat hij heeft gezien en meegemaakt tijdens zijn onderduik op negen verschillende locaties in Friesland.
In opdracht van de SD reist hij op eigen gelegenheid per trein naar het Scholtenhuis te Groningen waar de verhoren door de SS-Untersturmführer Ernst Knorr worden voortgezet.
F.H.A. Michon, Groningen
Een week na zijn vertrek uit Friesland, in de avond en nacht van zo. 21 op ma. 22 november, is de eerste razzia door de Duitsers in Noord West Friesland (Sexbierum, Harlingen, Beetgum e.o.). Michon is hierbij aanwezig. Er volgen nog twee razzia's op 15 december '43 en 6 maart 1944.
Het verraad en de razzia's hebben geleid tot:
- de jacht op +/- 50 "verdachte personen"
- het oppakken, gevangenhouden en verhoren van +/- 27 mensen
- de gevangensschap langer dan 1 maand van 21 personen
- de ter dood veroordeling en executie van 4 mannen
- het overlijden als gevolg van gevangenschap van 3 mannen
De overval op de boerderij Liauckamastate van KP leider Rients Bruinsma tijdens de eerste razzia, betekende ook het einde van het bestaan van de KP Sexbierum.